Veel gestelde vragen

Dat is per paard en per behandeling verschillend. Het ligt eraan hoeveel er gedaan wordt tijdens een behandeling en wat de klachten zijn.
Gemiddeld genomen is het advies vaak 2 dagen rust/wandelen, dan 1-2 dagen onbelast bewegen. Wanneer het paard dan weer fit lijkt en geen duidelijke spierpijn heeft kan het rijden weer rustig opgebouwd worden.

Tijdens een behandeling wordt een paard in zijn geheel behandeld. Er wordt dus niet bijvoorbeeld alleen naar de rug of naar een schouder gekeken. Dus in principe is na de behandeling het hele lichaam weer mobiel en gaat het zelfherstellend vermogen van het paard aan de slag. Een behandeling kan ongeveer 6 weken doorwerken. Veel paarden zijn met 1 behandeling al weer een heel eind op weg geholpen.
Wanneer er veel problemen worden gevonden kan het zijn dat er een vervolgbehandeling nodig is. Deze wordt dan vaak ook ongeveer na 6 weken gepland.
Voor de meeste paarden waar op gereden wordt, is het aan te raden deze 1 á 2 keer per jaar te laten nakijken/behandelen. Voor sommige paarden is het nog een keertje vaker nodig. Maar dit is echt paard- en klachtafhankelijk. En het ene paard is iets zuiniger op zichzelf dan het andere.

Houd er rekening mee dat een eerste consult ongeveer een uur en 15 minuten kan duren. Een vervolgafspraak zal vaak ongeveer een uur duren.

Kort voor de behandeling rijden of longeren is niet aan te raden. Het paard moet in rust zijn en niet bezweet of nat. Dan kan het beste resultaat worden bereikt.
Wanneer je het paard voor de behandeling nog wilt rijden, is het verstandig om dit enkele uren voor de behandeling te doen en het bij een lichte training te houden. Op deze manier is het lichaam weer in rusttoestand wanneer aan de behandeling begonnen wordt.

  • Om een optimaal effect van de behandeling te hebben, dient het paard schoon en droog te zijn. Kort voor de behandeling rijden of longeren is niet aan te raden. 
  • De behandeling kan het beste plaatsvinden in een vertrouwde, rustige omgeving en niet tijdens de voerrondes zodat het paard zich goed kan ontspannen.
  • Het is voor mij van belang dat er voldoende ruimte is en ik goed om het paard heen kan lopen. Bij slecht weer moeten we droog en beschut kunnen staan. Ook is een schone en droge ondergrond van belang.
  • Voordat de behandeling begint wil ik het paard graag even aan de longeerlijn zien bewegen. In sommige gevallen is dit niet mogelijk, neem dan even contact op. Daar komen we in overleg meestal wel uit. 
  • Drachtige merries kunnen niet worden behandeld.
  • Inenten en een behandeling kunnen beter niet vlak na elkaar worden gepland.
  • Een goed passend halster en halstertouw zijn noodzakelijk. 
  • Soms is het handig om ook even het zadel te kunnen bekijken.
  • De betaling kan alleen direct na de behandeling, contant of per bankoverboeking.

    Ik ben zelf geen fysiotherapeut of masseur daarom, kan ik ook niet spreken vanuit de visie van deze beroepen. Ik zal hierop proberen te antwoorden met de kennis die ik erover heb. Mocht er een fysiotherapeut of masseur zijn met een correctie of aanvulling dan is dat helemaal goed.

    Er bestaat overlap tussen de verschillende soorten therapieën. Daardoor kunnen verschillende therapieën soms succesvol ingezet worden voor dezelfde klacht. Het is ook goed om je te realiseren dat de meeste therapeuten niet stilzitten en zich bijscholen. Dit kan zijn in hun eigen vak maar ook in een aanvullende therapie. Zo ontwikkelt iedereen zich op zijn of haar manier.

    Ik zou dan ook aanraden wanneer je een therapeut voor je paard zoekt, zelf ook onderzoek te doen of het soort therapeut past bij de klacht of de reden waarom je hulp inschakelt.
    Ik ga in op een aantal van de therapieën. Er bestaan te veel therapieën om ze allemaal bij langs te kunnen gaan.

    • Een masseur werkt vooral op de spieren, door middel van massage, het soepel houden van de spieren, ondersteuning bij herstel na training of wedstrijd.
    • Een fysiotherapeut werkt vooral op het bewegingsapparaat door middel van o.a. massage, mobilisaties van gewrichten of oefentherapie.
    • Een cranio sacraal therapeut heeft zich op het cranio sacrale systeem toegelegd. Het cranio sacrale systeem is een onderdeel van de osteopathie.
    • Een osteopaat werkt in op drie systemen:
      - Zoals boven genoemd het canio sacrale systeem. Een osteopaat ziet dit systeem in het geheel van de andere systemen waar in de osteopathie mee wordt gewerkt. Dit gaat over het dynamische functioneren van het cranium (de schedel), het sacrum (heiligbeen), hersenvliezen (tussen cranium en sacrum) en de liquor (hersenvocht).
      - Het pariëtale systeem, dit is het bewegingsapparaat (botten, spieren, gewrichten). Hierbij wordt met veel verschillende technieken gewerkt. Minder met massage zoals een fysiotherapeut of masseur.
      - Het viscerale systeem, dit zijn de organen.


    Een osteopaat kan in een vroeg stadium bewegingsbeperkingen vinden. Door deze te behandelen wordt zoveel mogelijk voorkomen dat het lichaam functionele verstoringen krijgt en daardoor bijvoorbeeld gevoeliger wordt voor blessures. Een paard kan al beperkingen hebben voordat de ruiter het door heeft.